STAP 1

In de fabrieken vermalen ze eerst de cacaobonen in een machine. Tijdens het malen komen de vetten van de bonen vrij. Daardoor veranderen de cacaobonen in een vloeibaar mengsel. Dat noemen ze een cacaomassa. Het mengsel gebruiken ze voor het maken van chocolade, maar je kunt het ook gebruiken om cacaoboter of cacaopoeder van te maken.

 

STAP 2

Bij stap twee gaan ze de cacaoboter en cacaopoeder maken. Daarvoor moet de cacaomassa onder hoge druk door een zeef worden geperst. De cacaomassa bestaat voor 55% uit vet. Die vetten lopen uit de zeef en zo wordt het cacaoboter. Wat er dan achterblijft is een soort van harde, droge koek. Deze koek wordt vermalen tot de cacaopoeder.

 

STAP 3

Dan gaan ze beginnen met het maken van de chocolade. Ze gebruiken voor melkchocolade cacaoboter, cacaomassa, melkpoeder, melk, suiker en smaakstoffen. Voor witte chocolade alle ingrediënten behalve de cacaomassa. En voor pure chocolade alle ingrediënten behalve de melkpoeder. Alle ingrediënten worden goed afgewogen en daarna verhit tot een glad en vloeibaar mengsel. Dit mengsel wordt goed door elkaar geschut, zodat de chocolade zacht van textuur wordt en de smaak zich over de chocolade kan verdelen, zodat het niet op een plek heel sterk wordt en op een ander punt bijna geen smaak is. Maar dan is de chocolade nog te droog. Het moet daarom eerst nog een paar uur rijpen op ongeveer 45 graden.

 

STAP 4

Na het rijpen wordt het mengsel verwarmt tot een temperatuur van 80 graden. Tijdens het verwarmen gaat het concheren. Concheren is het proces van het mengsel. Tijdens het concheren wordt het gekneed waardoor de vetzuren en het vocht uit het mengsel worden gehaald. Als ze daarmee bijna klaar zijn wordt er lecithine aan toegevoegd. Dat is een soort vet dat in iedere cel zit van het menselijk lichaam. Door de lecithine kan de chocolade zich beter mengen. Als de lechitine er in zit, wordt er nog een laatste deel cacaoboter aan toegevoegd.

 

STAP 5

Als laatste gaan ze de chocolade temperen. Als ze gaan temperen dan gaan ze de chocolade de juiste temperatuur geven, waardoor de chocolade er mooi uit ziet en het knapperig is als het hard wordt. Ze verwarmen de chocolade hiervoor tot ongeveer 30 graden. Dan gieten ze de chocolade in vormen waarmee de lucht uit de chocolademengsel geschud wordt. Als het dan gestold is (dus dat het hard geworden is ) dan wordt het verpakt en naar de winkel gebracht.